Een internationale bachelorstudent Geneeskunde aan de RU Groningen, met de Saoedi-Arabische nationaliteit, had een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel ‘studie’. De RUG heeft de vreemdeling afgemeld bij de IND wegens onvoldoende studievoortgang. Vervolgens heeft de staatssecretaris de verblijfsvergunning ingetrokken. De Raad van State bevestigt dat dit rechtmatig heeft mogen gebeuren. Op de grief dat de gehanteerde voortgangstoets discriminerend zou zijn ten opzichte van Nederlandse studenten gaat de RvSt niet in.
Bron: Raad van State, 12 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1534
Kan met vrucht een nieuw verzoek tot (voortgezette) toepassing van de 30%-regeling worden gedaan voor een andere periode dan die waarvoor eerder een verzoek is gedaan dat is gehonoreerd? A-G Pauwels meent dat het cassatieberoep van belanghebbenden gegrond is.
Bron: Hoge Raad, 29 maart 2024, ECLI:NL:PHR:2024:350
A is niet uit een ander land aangeworven. A was ook niet twee derde van de periode van 24 maanden voorafgaande aan zijn tewerkstelling in Nederland woonachtig verder dan 150 km van de grens. A geeft geen recht op toepassing van de 30%-regeling.
Bron: Rechtbank Den Haag, 23-01-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:714
A, maakt gebruik van de 30%-regeling, maar kan niet aangemerkt worden als een partiële buitenlandse belastingplichtige. Die regeling is niet van rechtswege van toepassing. Een keuze voor de regeling is vereist.
Bron: Hoge Raad, 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:543
Een inwoner van Indonesië kan niet aangemerkt worden als een kwalificerende buitenlands belastingplichtige. Indonesië is ook niet vergelijkbaar met de BES-eilanden en ook een beroep op het EVRM baat belanghebbende niet.
Bron: Hoge Raad, 5l april 2024, ECLI:NL:HR:2024:535
Een verzuimboete voor het niet tijdig doen van de aangifte inkomstenbelasting kan alleen worden opgelegd als de inspecteur aannemelijk maakt dat de uitnodiging tot het doen van de aangifte en de aanmaning verstuurd zijn.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 maart 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1818
A, uit India, heeft gestudeerd in België. Tijdens het zoekjaar afgestudeerden heeft hij in Nederland verblijf gehad en gewerkt via een uitzendbureau. Onder meer dit duidt op inwonerschap, waardoor geen recht bestaat op de 30%-regeling.
Bron: Rechtbank Den Haag, 23 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:714
A is internationaal vrachtwagenchauffeur voor een Cypriotische Limited. Materieel is de Nederlandse werkgever/inlener, die voorafgaand A werkzaamheden voor de Limited, de werkgever. A is in Nederland sociaal verzekerd.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 29 februari 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:414
A woont in Frankrijk met een geregistreerd partner. A bezit een woning in Nederland, die belast is in box 3. A heeft maar een maal recht op het heffingvrij vermogen. A heeft geen recht het heffingvrij vermogen van zijn partner.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14 maart 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1607
De premiedelen van de heffingskortingen worden bij niet-inwoners bepaald op basis van het in Nederland belastbare inkomen en niet op basis van het wereldinkomen, ook bij kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen.
Bron: Hoge Raad, 22 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:470