Robert Baumler

Robert Baumler

06-12-2023

Een drietal actualiteiten gerelateerd aan de 30%-regeling

Auteurs: Bo Berkman en Robert Bäumler, beiden werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

Over de 30%-regeling en de daaraan gekoppelde partiële buitenlandse belastingplicht is en wordt het nodige geschreven. Gedachten over nut, noodzaak en wenselijkheid van deze regelingen variëren daarbij sterk. Ook recent zijn er weer ontwikkelingen geweest. Wij belichten er in dit artikel drie: Het amendement Omtzigt over het verder versoberen van de 30%-regeling; Het amendement Grinwis c.s. over de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht; De al dan niet bestaande mogelijkheid de looptijd op een beschikking 30%-regeling aan te passen.

14-09-2023

Advocaat-Generaal Wattel bespreekt Schumacker-doctrine

Auteurs: Robert Bäumler en Bo Berkman. Beiden zijn werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

In vakblad 51, 2022 hebben wij aandacht besteed aan de Schumacker-doctrine. We hebben geconcludeerd dat nog steeds niet volledig duidelijk is wanneer en in welke mate Nederland als bronstaat precies in persoonlijke tegemoetkomingen moet voorzien bij buitenlandse belastingplichtigen. De lastigheid is daarbij vooral gelegen in de niet-klassieke (mogelijke) Schumacker-situaties(1) waarin niet nagenoeg het gehele inkomen in Nederland belast is, maar toch in enigerlei mate persoonlijke tegemoetkomingen tussen wal en schip lijken te vallen.(2) We beschreven in het eerdere artikel in dat kader de situatie van Anja, woonachtig in Frankrijk, welke gebaseerd was op de situatie van de belanghebbende uit een tweetal uitspraken van Hof Den Bosch.(3) In (onder meer) die uitspraken heeft het Hof een stappenplan gegeven voor de beantwoording van de vraag of en in welke mate sprake is van een (gedeeltelijke) Schumacker-situatie en Nederland in persoonlijke tegemoetkomingen moet voorzien. Tegen de betreffende uitspraken is beroep in cassatie aangetekend. Daarop heeft Advocaat-Generaal Wattel met dagtekening 31 maart 2022 conclusies geschreven, met daarbij een gemeenschappelijke bijlage. Daarin belicht hij de Schumacker-doctrine op een kritische, maar zeer lezenswaardige wijze. Deze zullen wij in dit artikel doornemen.(4) De situatie van Anja blijft daarbij de rode draad vormen.

19-05-2023

Hoge Raad verduidelijkt verdragsrechtelijke lijfrentedefinitie

Auteurs: Robert Bäumler en Bo Berkman, beiden zijn werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

Op 14 april jongstleden is een arrest van de Hoge Raad verschenen over de uitleg van de lijfrentedefinitie in door Nederland gesloten belastingverdragen.(1) Daaromtrent was eerder in 2017 al een arrest gewezen.(2) Het laatstgenoemde arrest liet enige onduidelijkheid bestaan over de reikwijdte van de verdragsrechtelijke lijfrentedefinitie. Die onduidelijkheid wordt naar onze mening met het nieuwe arrest weggenomen, al vereist ook dat arrest een genuanceerde interpretatie. Hieronder zullen wij het arrest van 19 mei 2017 en het arrest van 14 april 2023 bespreken.

21-04-2023

De beperkte binnenlandse belastingplichtige: een geval apart

Auteurs: Robert Bäumler en Bo Berkman, beiden zijn werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

Binnen de Wet IB 2001 zijn er twee soorten belastingplichtigen: binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen. De soort belastingplicht is van belang voor het de bepalen van de heffingsgrondslag: een binnenlandse belastingplichtige wordt voor het wereldinkomen in de heffing betrokken, terwijl een buitenlandse belastingplichtige alleen ten aanzien van het Nederlandse inkomen wordt belast. Een bekende tussenvorm is de partieel buitenlandse belastingplichtige: iemand die beschikt over een beschikking 30%-bewijsregel, en eigenlijk binnenlands belastingplichtig is, maar voor de boxen 2 en 3 wordt behandeld als buitenlandse belastingplichtige. Een heel bijzondere verschijningsvorm is de zogeheten beperkte binnenlandse belastingplichtige. Dat is iemand die voor de Wet IB 2001, dus nationaalrechtelijk, een binnenlandse belastingplichtige is, maar voor toepassing van een belastingverdrag tussen Nederland en een ander land inwoner is van dat andere land. Deze bijzondere combinatie van nationaal recht en een belastingverdrag roept verschillende vragen op over hoe de inkomstenbelastingheffing vorm krijgt. Enkele van die vragen worden hier besproken.

09-12-2022

De kwalificerende buitenlandse belastingplicht: snapt u het nog?

Auteurs: Robert Bäumler en Bo Berkman, beiden zijn werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

De fiscale spelregels in internationale situaties zijn veelal complex. In een eerder artikel hebben wij de heffingskortingen in internationaal verband besproken. Een ander onderwerp in de – uiteraard deels gekscherend bedoelde – reeks ‘snapt u het nog?’ is de kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Sinds de vervanging van de keuzeregeling(1) door de regeling van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht(2) per 1 januari 2015 is al veel over deze regeling geschreven, waaronder in dit vakblad. Kernvraag is veelal of de KBB-regeling wel een voldoende vertaling vormt van de Schumacker-doctrine(3), waar de regeling op is gebaseerd. In de bijna acht jaar sinds de invoering is ook al veelvuldig over de KBB-regeling geprocedeerd. We moeten concluderen dat de Schumacker-doctrine nog allesbehalve uitgekristalliseerd is. In dit artikel zullen wij eerst kort ingaan op doel en strekking van deze doctrine en (mede aan de hand van voorbeeldsituaties) het bestaande wettelijke kader schetsen, waarbij we enkele opvallendheden aanhalen. Daarna bespreken we enkele openstaande (rechts)vragen en ontwikkelingen op dit vlak, waarbij misschien wel een van de voornaamste is hoe om te gaan met een "gedeeltelijke Schumacker-situatie".

15-09-2022

Berekening van heffingskortingen in internationale situaties: snapt u het nog?

Auteurs: Bo Berkman en Robert Bäumler, beiden werkzaam bij de Belastingdienst, Kennis- & Expertisecentrum Buitenland. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

In het allereerste Vakblad Grensoverschrijdend Werken, van september 2016, was een artikel opgenomen over de berekening van heffingskortingen in internationaal verband en de knelpunten die daarbij naar voren komen. Daarin werd onder meer ingegaan op de vraag welk inkomen bepalend is voor de berekening van de (maximale hoogte van de) arbeidskorting en algemene heffingskorting. We zijn inmiddels 6 jaar verder en concluderen dat er voor sommige situaties nog altijd geen sluitend antwoord bestaat op deze vraag, getuige alleen al de verschillende rechterlijke uitspraken die hierover de laatste maanden zijn verschenen. In dit artikel lichten wij deze problematiek toe aan de hand van een voorbeeldsituatie. Wij beogen hiermee geen alomvattend beeld te schetsen.

21-11-2016

Ontslagvergoedingen en belastingheffing Nederland, Duitsland en België

Auteur: mr. Robert Baumler, werkzaam als fiscalist bij Taxservice-Euregio (info@taxservice-euregio.nl)

Ontslagvergoedingen zijn, vooral in internationaal verband, altijd al complexe materie geweest. Recente ontwikkelingen zorgen er echter voor dat deze complexiteit toeneemt. In dit artikel ga ik in op de huidige stand van zaken m.b.t. ontslagvergoedingen tussen Nederland en Duitsland, maar kijk ik ook kort naar de invloed van recente jurisprudentie op de situatie met België. Eerst behandel ik echter de problematiek in het algemeen en de totstandkoming van de huidige ontslagregelingen.