Stefan Bemelmans

Stefan Bemelmans

10-03-2023

Europese arbeidsmarktontwikkelingen vormen drijfzand voor pensioenstelsels

Auteur: mr. S.H.W.A. Bemelmans, onderzoeker grenseffecten. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.

De arbeidsmarkt en pensioenstelsels zijn momenteel volop in ontwikkeling. Met name de atypische arbeidsvormen, waaronder zzp-arbeid en werken in deeltijd, zijn gedurende de afgelopen jaren in omvang toegenomen. Daarnaast is hybride werken door de coronapandemie ingeburgerd; hybride werken wordt – afhankelijk van de beroepssector – inmiddels beschouwd als een vanzelfsprekend onderdeel van een dienstverband. Voor de grensoverschrijdend mobiele werknemer is thuiswerken daarentegen echter minder vanzelfsprekend, zoals reeds door diverse auteurs in dit Vakblad aan de orde is gesteld. In deze bijdrage staat de vraag centraal of Europese arbeidsmarktontwikkelingen de Europese pensioenambitie van een adequaat pensioen in gevaar brengen. Met andere woorden: wat is de impact van deze ontwikkelingen op pensioenstelsels? Bij de beantwoording van deze vraag wordt gebruik gemaakt van de bevindingen die zijn opgedaan tijdens de 12de editie van het Grensoverschrijdend Pensioenseminar Maastricht.(1) Tijdens deze editie werd namelijk vanuit verschillende invalshoeken de vraag belicht of de Wet toekomst pensioenen (Wtp) flexibel genoeg is voor een snel veranderende arbeidsmarkt.

10-01-2023

Een beperkte houdbaarheidsdatum voor het Belgisch pensioenakkoord

Auteur: mr. S.H.W.A. (Stefan) Bemelmans, werkzaam als adviseur grensarbeid. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

De pensioenstelsels van België en Nederland staan sinds geruime tijd volop in de belangstelling van de media en de samenleving. Op 22 december 2022 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (Wtp) na een uitvoerige parlementaire behandeling aangenomen.(1) De Wtp omvat een groot deel van de afspraken die zijn opgenomen in het pensioenakkoord van 5 juni 2019 en nader zijn uitgewerkt in de hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord die op 22 juni 2020 naar de Tweede Kamer werd gestuurd.(2) De Wtp heeft uitsluitend betrekking tot de collectief aanvullende pensioenen (ofwel de tweede pensioenpijler).

24-04-2022

Verduurzaming pensioensector: een gemeenschappelijke doelstelling als maatschappelijke verantwoordelijkheid (deel VI)

Auteur: mr. S.H.W.A. Bemelmans, als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM / Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl / stefan.bemelmans@uhasselt.be)

Gevolgen van klimaatverandering verschijnen met enige regelmaat in de media.(1) De inwoners van grote delen van de Euregio Maas-Rijn hebben de verwoestende gevolgen hiervan in de zomer van 2021 aan den lijve ondervonden. Aanhoudende regenval leidde namelijk tot schrijnende situaties in België (provincies Limburg en Luik), Duitsland (deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts) en Nederland (provincie Limburg). De roep om te investeren in duurzame energiebronnen en technieken en tegelijkertijd het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen wordt dan ook alsmaar luider. Daarnaast vormen de huidige geopolitieke ontwikkelingen in de wereld een verdere stimulans om de energietransitie te versnellen. Op internationaal, Europees en nationaal niveau worden afspraken gemaakt op welke wijze de komende jaren hier vorm aan kan worden gegeven. Het is reeds duidelijk dat deze gemeenschappelijke doelstelling een maatschappelijke verantwoordelijkheid is.

In dit zesde deel van de in 2021 in dit Vakblad gestarte Pensioenreeks(2) staat de vraag centraal op welke wijze de pensioensector hieraan kan bijdragen en welke uitdagingen de pensioensector staan te wachten. Bij de beantwoording van deze vraag wordt gebruik gemaakt van de bevindingen opgedaan tijdens de 11de editie van het Pensioenseminar Maastricht.(3) Tijdens het Pensioenseminar Maastricht werd namelijk vanuit het perspectief van de politiek, wetenschap en pensioenpraktijk het gesprek gevoerd over de wijze waarop de pensioensector enerzijds met vragen en uitdagingen inzake de maatschappelijke opgaven rondom klimaat en duurzaamheid dient om te gaan en anderzijds met de te maken afwegingen en keuzes hieromtrent.

04-01-2022

Belgische pensioenhervormingsplannen laten heilig huis wankelen (V)

Auteur: mr. S.H.W.A. Bemelmans, ls promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM / Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl / stefan.bemelmans@uhasselt.be).

In 2021 zijn in het kader van de Pensioenreeks vier bijdragen in dit Vakblad gepubliceerd omtrent het Belgisch, Duits en Nederlands pensioenstelsel.(1) Achtereenvolgens zijn hierin de karakteristieken van de wettelijke, aanvullende en particuliere pensioenvoorzieningen geanalyseerd. Daarnaast is in de vierde bijdrage stilgestaan bij de vraag in hoeverre de eigen woning in deze drie landen kan dienen als (aanvullende) pensioenvoorziening. In de onderhavige bijdrage wordt stilgestaan bij de pensioenhervormingsplannen van de Belgische federale regering, ook wel als de Vivaldi-coalitie(2) aangeduid. Onderhavige bijdrage vormt een vervolg op de bijdrage in de decembereditie van 2020 in dit Vakblad.(3) In die bijdrage is namelijk reeds ingegaan op de pensioenhervormingsplannen van de Belgische federale regering. Geconcludeerd werd dat de in het regeerakkoord(4) opgenomen pensioengerelateerde beleidsinitiatieven grotendeels tegenmoet komen aan de op internationaal en nationaal niveau geconstateerde tekortkomingen van het Belgisch pensioensysteem. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de stand van zaken is omtrent de Belgische pensioenhervormingsplannen. Het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat niet alleen de formatie van een nieuwe federale regering, maar ook het hervormen van het Belgisch pensioensysteem een proces van de lange adem is. Hoewel de afgelopen maanden verschillende wijzigingen zijn doorgevoerd, dienen de echte knopen namelijk nog tijdens het aanstaande pensioendebat te worden doorgehakt. Zoals zal blijken zullen de (voorgestelde) pensioenhervormingsplannen grote consequenties hebben voor de fiscale faciliëring van bedrijfspensioenvoorzieningen, oftewel de tweede pensioenpijler.

29-10-2021

Pensioen en de eigen woning: een analyse vanuit Belgisch, Duits en Nederlands perspectief (deel IV)

Auteurs: mr. S.H.W.A. Bemelmans, mr. S.P.M. Kramer en J.L. van den Heuvel-Warren MSc, respectievelijk als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl/stefan.bemelmans@uhasselt.be), als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht (sander.kramer@maastrichtuniversity.nl) en als promovenda verbonden aan het Competence Centre for Pension research/Tilburg University en als Junior Research Fellow aan NETSPAR (J.L.vandenHeuvel-Warren@tilburguniversity.edu).

Uit de eerste drie delen die in het kader van de Pensioenreeks in dit Vakblad zijn verschenen, kunnen een aantal conclusies worden getrokken omtrent het Belgisch, Duits en Nederlands pensioenstelsel.(1) Allereerst is gebleken dat de drie pensioenstelsels - traditioneel gezien - door drie pensioenpijlers gevormd worden. Teneinde te (blijven) voorzien in een adequaat pensioen, werd daarnaast duidelijk dat de pensioenvoorzieningen uit de tweede en de derde pensioenpijler steeds belangrijker worden als aanvulling op de pensioenvoorzieningen uit de eerste pensioenpijler. Tot slot kan geconcludeerd worden dat de wetgever de afgelopen jaren verschillende pensioenhervormingen heeft doorgevoerd die vervroegd pensioneren ontmoedigen en tegelijkertijd het opbouwen van een aanvullend pensioen fiscaal stimuleren. Gelet op deze constateringen, dient erop gewezen te worden dat gedurende de afgelopen jaren de vraag is gerezen of ook buiten de drie bekende pensioenpijlers voorzien kan worden in een adequaat pensioen. In dit vierde deel van deze Pensioenreeks wordt derhalve nader ingegaan op de vraag in hoeverre de - financiering van de - (eigen) woning/onroerend goed onderdeel uitmaakt van de pensioenvoorziening in België, Duitsland en Nederland en kan bijdragen aan het bereiken van een adequaat pensioen. Ook in deze analyse zullen aanzienlijke verschillen tussen de landen worden blootgelegd.

16-09-2021

De individuele pensioenvoorziening van de grensoverschrijdend mobiele werknemer vanuit Belgisch, Duits en Nederlands perspectief (deel III)

Auteurs: mr. S.H.W.A. Bemelmans, mr. drs. P.J.T. Mertens en mr. S.P.M. Kramer, respectievelijk als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl/stefan.bemelmans@uhasselt.be), wetenschappelijk coördinator bij het Expertisecentrum ITEM en als promovendus verbonden aan Universiteit Maastricht (pim.mertens@maastrichtuniversity.nl) en als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht (sander.kramer@maastrichtuniversity.nl)

In de afgelopen twee delen van de Pensioenreeks is ingegaan op de diverse pensioenvoorzieningen in de eerste en tweede pensioenpijler in België, Duitsland en Nederland.(1) Daaruit zijn de systeemverschillen alsook juridische verschillen ten opzichte van het wettelijk en aanvullend pensioen gebleken. In dit derde deel van deze Pensioenreeks zal nader worden ingegaan op de individuele pensioenvoorziening en de adequaatheid van de pensioenvoorziening. Wat is een adequaat pensioen? Is de eerste en de tweede pensioenpijler daartoe voldoende en zo niet, welke opties staan open om privaat bij te sparen? Volgens het vaak aangehaalde en veel gebruikte multi-pillar model van de Wereldbank wordt hierbij gewezen op de zogenoemde derde pensioenpijler: de private, vrijwillige pensioenvoorziening. Deze bijdrage zal op deze vragen ingaan. Daarbij zal eerst het begrip adequaatheid worden toegelicht vanuit internationaal en nationaal perspectief. Daarna zal de vormgeving van de derde pensioenpijler worden toegelicht. Hierbij wordt hetzelfde uitgangspunt gehanteerd zoals in de voorgaande delen omschreven. Ook in deze bijdrage zal blijken dat het (fiscaal) pensioenrecht mede vanwege het samenspel tussen Europese, internationale en nationale wet- en regelgeving een dynamisch en complex rechtsgebied is. Wederom rondom de thema’s van dit deel, is binnen de Europese Unie geen sprake van een zogeheten taxonomie van pensioensystemen. De inrichting van het nationale pensioensysteem is immers een aangelegenheid van de lidstaten; waar de Europese Unie een bevoegdheidsgrond mist om te kunnen interveniëren. Dit geldt in gelijke zin voor de fiscale behandeling van (individuele) pensioenen waarbij de fiscale soevereiniteit van de lidstaten en het unanimiteitsbeginsel leidend zijn. Wel bestaan Europese initiatieven, waarmee kort afgesloten zal worden.

28-05-2021

De aanvullende pensioenvoorziening van de grensoverschrijdend mobiele werknemer vanuit Belgisch, Duits en Nederlands perspectief (deel II)

Auteurs: mr. S.H.W.A. Bemelmans, mr. drs. P.J.T. Mertens en mr. S.P.M. Kramer, respectievelijk als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl/stefan.bemelmans@uhasselt.be), wetenschappelijk coördinator bij het Expertisecentrum ITEM en als promovendus verbonden aan Universiteit Maastricht (pim.mertens@maastrichtuniversity.nl) en als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht (sander.kramer@maastrichtuniversity.nl)

In dit tweede deel van deze Pensioenreeks in dit Vakblad wordt nader ingegaan op de aanvullende pensioenvoorziening in België, Duitsland en Nederland. Bij de uitwerking is hetzelfde uitgangspunt gehanteerd zoals in het eerste deel omschreven. Hiervoor verwijzen de auteurs van deze bijdrage graag naar het betreffende deel.(1) Ook in het tweede deel zal blijken dat het (fiscaal) pensioenrecht mede vanwege het samenspel tussen Europese, internationale en nationale wet- en regelgeving een dynamisch en complex rechtsgebied is. Zoals ook reeds in het eerste deel aangehaald, is binnen de Europese Unie geen sprake van een zogeheten taxonomie van pensioensystemen. De inrichting van het nationale pensioensysteem is immers een aangelegenheid van de lidstaten; waar de Europese Unie een bevoegdheidsgrond mist om te kunnen interveniëren. Dit geldt in gelijke zin voor de fiscale behandeling van (aanvullende) pensioenen waarbij de fiscale soevereiniteit van de lidstaten en het unanimiteitsbeginsel leidend zijn. Onderhavige bijdrage beoogt de overeenkomsten en de verschillen tussen het Belgisch, Duits en Nederlands systeem betreffende de aanvullende pensioenvoorziening gedurende de opbouwfase en uitkeringsfase in kaart te brengen. (Waar ingegaan wordt op de fiscale behandeling in de uitkeringsfase, wordt de nationale wetgeving beschreven. In deze bijdrage wordt niet ingegaan op de grensoverschrijdende fiscale effecten bij grensarbeid.)

21-04-2021

De wettelijke pensioenvoorziening van de grensoverschrijdend mobiele werknemer vanuit Belgisch, Duits en Nederlands perspectief (deel I)

Auteurs: mr. S.H.W.A. (Stefan) Bemelmans en mr. S.P.M. (Sander) Kramer. Respectievelijk als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl/stefan.bemelmans@uhasselt.be) en als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht (sander.kramer@maastrichtuniversity.nl)

Het grensoverschrijdend (fiscaal) pensioenrecht is mede vanwege het samenspel tussen Europese, internationale en nationale wet- en regelgeving een dynamisch, complex en interessant rechtsgebied. Tegelijkertijd stelt dit de grensoverschrijdend mobiele werknemer voor uiteenlopende vraagstukken en uitdagingen. De 27 lidstaten binnen de Europese Unie kennen immers een eigen pensioensysteem. Gelet op de bevoegdheidsafbakening kan de Europese Unie in beginsel niet direct invloed uitoefenen op het nationaal pensioensystem. Desalniettemin geldt als uitgangspunt dat de Europese Commissie binnen de Europese Unie een adequaat pensioen voor alle werknemers (en zelfstandigen) bestempelt tot prioriteit. In deze bijdrage – als eerste deel van de aangekondigde Pensioenreeks in dit Vakblad – analyseren de auteurs aan de hand van een rechtsvergelijking de wettelijke pensioenvoorziening (eerste pensioenpijler) tussen België, Duitsland en Nederland. De auteurs analyseren op welke wijze deze drie nationale pensioensystemen invulling geven aan de adequaatheid van pensioenen en in hoeverre rekening wordt gehouden met de positie en belangen van de grensoverschrijdend mobiele werknemer. In deze bijdrage wordt enkel de regeling omtrent de (pensioen)deelnemende werknemer besproken; de (zelfstandige) ondernemer blijft derhalve onbesproken. Uit deze rechtsvergelijking zal volgen dat de Belgische, Duitse en Nederlandse wettelijke pensioenvoorziening zowel kenmerkende overeenkomsten als verschillen kent en de positie en belangen van de grensoverschrijdend mobiele werknemer vaak worden vergeten.

13-12-2020

Het pensioenbeleid van de nieuwe Belgische federale regering

Auteur: mr. S.H.W.A. (Stefan) Bemelmans, als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM / Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl / stefan.bemelmans@uhasselt.be). Mede mogelijk gemaakt door de financiering van de Belgische Provincie Limburg.

Het is alweer ruim anderhalf jaar geleden, op zondag 26 mei 2019, dat de inwoners van België mochten stemmen voor een nieuwe federale regering. In de daaropvolgende 493 dagen zijn vele verschillende mogelijkheden verkend en intensieve onderhandelingen gevoerd. Uiteindelijk is het de zeven partijen van de Vivaldi-coalitie gelukt om op 30 september 2020 een nieuwe federale regering te formeren.(1) De nieuwe federale regering streeft ingevolge haar regeerakkoord naar een welvarend, solidair en duurzaam België.(2) Voor de sociale zekerheid betekent dit dat deze enerzijds dient te worden beschermd en dat anderzijds de financiering hiervan op lange termijn veilig dient te worden gesteld. Dientengevolge wordt het Belgisch pensioenstelsel opnieuw in de steigers gezet. In deze bijdrage worden door de auteur de pensioengerelateerde beleidsinitiatieven van de nieuwe federale regering tegen het licht gehouden. Hoewel op het moment van schrijven nog niet alle details bekend zijn, is reeds duidelijk dat de beleidsinitiatieven aansluiten bij de op internationaal en Europese schaal geconstateerde tekortkomingen van het huidig Belgisch pensioenstelsel.

05-07-2019

Uitdagingen en potentieel van een grensregio: samen werken aan grensoverschrijdende samenwerking

Auteur: mr. S.H.W.A. Bemelmans, als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM / Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl / stefan.bemelmans@uhasselt.be)

Grensregio’s kennen enerzijds verschillende uitdagingen en anderzijds veel potentieel. Het valt niet te verwachten dat de bestaande grensoverschrijdende belemmeringen op korte termijn zullen verdwijnen. Volgens de wetenschap, praktijk en beleidsmakers is derhalve een belangrijke rol weggelegd voor een grensoverschrijdende samenwerking. Dit is de belangrijkste conclusie van het launch event op woensdag 8 mei 2019 omtrent de lancering van de interuniversitaire grensoverschrijdende samenwerking tussen het Expertisecentrum ITEM van de Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt. In dit artikel wordt aan de hand van bevindingen, aanbevelingen en conclusies stilgestaan bij enkele aspecten ten aanzien van de grensoverschrijdende samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse kennisinstellingen.