P woont in België en is in Nederlandse loondienst werkzaam. Hij is belasting- en premieplichtig in Nederland. Voor het premiedeel van arbeidskorting 2018 is het in Nederland belaste loon relevant. Voor de algemene heffingskorting het wereldinkomen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4801
A woont in Zwitserland en ontvang pensioenuitkeringen en AOW uit Nederland. A heeft in de loonbelasting geen recht op de algemene heffingskorting en de ouderenkorting. Die kan hij mogelijk wel in de inkomstenbelasting claimen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5027
Een piloot werkt via een limited voor een Ierse vliegmaatschappij. De Advocaat-Generaal vindt dat de piloot ook nu die niet werkt voor een Nederlandse inhoudingsplichtige toegang heeft tot de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling.
Conclusie A-G Ettema, 7 juli 2023, ECLI:NL:PHR:2023:672
Een gepensioneerd echtpaar woont in Duitsland en geniet Nederlandse AOW en pensioen. Ze hebben geen gering inkomen, hoewel hun AOW nagenoeg onbelast is in Duitsland. Nederland hoeft geen fiscale faciliteiten te verlenen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4125
De Duitse Grundrente is een toeslag op de Duitse Rentenversicherung. De Grundrente maakt deel uit van het (belastbare) inkomen uit werk en woning en daarmee van het Nederlandse premie- en bijdrage-inkomen.
Bron: Kennisgroepen Belastingdienst, 6 juli 2023
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven (bmm.didden@belastingdienst.nl)
Het zal de meeste lezers van dit vakblad niet zijn ontgaan dat met ingang van 1 april 2023 standpunten van kennisgroepen van de Belastingdienst online worden gepubliceerd. Deze standpunten geven nader invulling aan de fiscale wet- en regelgeving en zijn beoogd als handreiking voor de praktijk. Daarnaast zijn eind maart en eind mei van dit jaar documenten/memo’s gepubliceerd naar aanleiding van een verzoek op de Wet Open Overheid (WOO). Het betreft documenten die onder meer zien op artikel 15, artikel 18 en artikel 19 OESO-Modelverdrag. In een tweeluik neem ik u in vogelvlucht mee in de tot dusver gepubliceerde standpunten en documenten op het vlak van internationaal wonen en werken. Ik stip de belangrijkste aandachtspunten voor de praktijk kort aan en sta daarbij ook stil bij de betekenis en leg waar nodig linkjes met andere actualiteiten.
Auteur: E.W. Russchen MSc, werkzaam bij Boxx Global Expat Solutions (elsje@boxx-expat.com)
In dit artikel bespreken we, aan de hand van een aantal recente uitspraken, wanneer een afgestudeerde buitenlandse student na een periode van studie in Nederland tóch kan kwalificeren als ingekomen medewerker in de zin van artikel 10e, tweede lid, onderdeel b Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965, dan wel géén geslaagd beroep kan doen op de 30%-regeling.
Als iemand naar Nederland komt om hier te studeren en hij betaalt het collegegeld voorafgaand aan de emigratie, dan is het collegegeld niet aftrekbaar als scholingsuitgave. Betrokkene is dan nog geen belastingplichtige in Nederland.
Bron: Kennisgroepen Belastingdienst, 23 juni 2023
Belg G, woonde in Nederland voordat hij ging werken bij het Europees Octrooi Bureau. G is dan vanuit Nederland geworven. De vermogensinkomsten zijn dan belast in box 3.
Bron: Hoge Raad, 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:954
R staat ingeschreven in Nederland, zijn vrouw en kind in België. Men heeft de intentie te gaan samenwonen in België. Het kind verblijft ook niet drie dagen per week bij R. R heeft dan geen recht op de Inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25 mei 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3606