De rijksoverheid heeft het verdragenoverzicht naar de stand van zaken per 1 januari 2019 gepubliceerd. In 2018 zijn het protocol van het belastingverdrag met Denemarken het verdrag met Zambia in werking getreden. Deze hebben dus effectief werking vanaf 1 januari 2019. In 2018 zijn de verdragen met Ghana en Oezbekistan toepasbaar.
Bron: Ministerie van Financiën, 14 december 2018
Op de website van de Belastingdienst wordt bevestigd dat inhoudingsplichtigen voor werknemers die in België wonen het belastingdeel van de algemene heffingskorting mogen toepassen. Op grond van de non-discriminatie-bepaling in het belastingverdrag heeft men daar recht op. In de Wet op de loonbelasting was al opgenomen dat recht bestaat op het belastingdeel van de arbeidskorting.
Bron: Belastingdienst.nl
Auteur: Michelle Douven, werkzaam bij EY Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (michelle.douven@nl.ey.com)
Iedereen die in Amerika is geboren, is Amerikaans staatsburger. Aan het Amerikaanse staatsburgerschap zijn gevolgen verbonden voor de belastingheffing in internationale situaties. Een van die gevolgen is dat je als Amerikaanse ‘national’ in principe je hele leven belastingplichtig bent in Amerika, ongeacht waar je woont en werkt. Het heffen van inkomstenbelasting op basis van nationaliteit is internationaal gezien ongebruikelijk. Nederland, zoals ook de meeste andere landen, kijkt naar inwonerschap. In dit artikel bespreken wij een aantal aandachtspunten waar Amerikaanse staatsburgers tegenaan kunnen lopen wanneer zij wonen en/of werken in Nederland. Wij zullen dit onderwerp met name vanuit een Nederlands perspectief belichten, waarbij ook enkele aandachtspunten over de Amerikaanse regelgeving worden aangestipt.
Auteur: Carlo Douven, werkzaam bij de Belastingdienst en free-lance docent. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Is het artikel voor looninkomsten van het belastingverdrag tussen Luxemburg en België in strijd met het Europese recht? Dat was de vraag die aan het Hof van Justitie EU is voorgelegd door de rechtbank van eerste aanleg in Luik, België. Het arrest (Hof van Justitie EU, 24 oktober 2018, ECLI:EU:C:2018:856) is voor vrijwel alle lidstaten relevant, omdat art. 15 van het belastingverdrag tussen Luxemburg en België terug te vinden is in vrijwel alle belastingverdragen tussen lidstaten van de EU. Het artikel sluit ook aan bij het OESO-modelverdrag. Als artikel 15 van het belastingverdrag voor niet-zelfstandige arbeid wel in strijd zou zijn met het Europese recht, heeft dat grote gevolgen voor de dagelijkse praktijk bij het grensoverschrijdende werken. Wat heeft het Hof van Justitie EU beslist?
Auteur: Mr K.A. van Heerewaarden, Tax manager Belgium Desk bij Van Oers International te Breda (k.vheerewaarden@vanoers.nl)
Begin dit jaar deed het Hof van Cassatie, de hoogste rechter in Belgische fiscale zaken, een belangwekkende uitspraak. Zij oordeelde dat inkomsten van een inwoner van België die ter belastingheffing aan Nederland zijn toegewezen, niet alsnog in België mogen worden belast omdat Nederland daarover niet daadwerkelijk belasting heft. Een half jaar later benadrukt de Belgische fiscus in een circulaire dat zij het oneens blijft met deze zienswijze.
In verdragssituaties moet eerst nagegaan worden wat het heffingsbereik is volgens de nationale heffingswetten. Dan moet beoordeeld worden in hoeverre het belastingverdrag deze toepassing beperkt. De bewijslast van deze beperking rust op belastingplichtige.
Bron: Hoge Raad, 7 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2267
Op 1 januari 2019 gaan in Duitsland fiscale regels wijzigen. Het Bundesfinanzministerium geeft een overzicht daarvan. Het gaat o.m. de halvering van de bijtelling bij een hybrideauto, de belastingvrije terbeschikkingstelling van een (elektrische) fiets en de mogelijke vrije vergoeding voor woon-werkverkeer.
Bron: Bundesfinanzministerium, 10 december 2018
Een inwoner van België is ook in Duitsland advocaat en betaalt premies voor oudedagsvoorzieningen in Duitsland. Duitsland, waar hij beperkt belastingplichtige is, moet de verplichte pensioenbijdragen voor de beroepspensioenregeling in aftrek toelaten. Dat hoeft niet voor onverplichte aanvullende en particulier betaalde bijdragen.
Bron: Hof van Justitie EU, 6 december 2018, ECLI:EU:C:2018:987
In de aangifte 2014 stelt X dat zijn partner in verdragsland Brazilië woont en op grond van het keuzerecht als fiscaal partner is aan te merken. Bij bezwaar stelt belanghebbende dat de partner in Libanon, een niet-verdragsland, woont en dus geen fiscaal partner kan zijn. Zo ontstaat recht op hogere heffingskortingen als alleenstaande met kinderen. Belanghebbende levert echter onvoldoende bewijs van de woonplaats in Libanon.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 29 november 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:4381
Staatssecretaris Snel licht de voorgestelde beperkte overgangsregeling toe en stelt dat de beperkte overgangsregeling juridisch houdbaar is. Hij verwacht dat vooral werknemers in de academische en de ICT-sector geraakt worden door de verkorte looptijd.
Bron: Eerste Kamer, 30 november 2011, MvT BP 2019 – Kamerstukken 35 026, nr. D