Voor de BPM is beslissend of de auto in gebruik is geweest op het moment van registratie in het kentekenregister. Een door belanghebbende in Duitsland gekochte auto, die 10 dagen later naar Nederland komt en 3000 kilometer gereden heeft, is gebruikt.
Bron: Hoge Raad, 21 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1695
Voor de beoordeling van de 150km-grens van de 30%-regeling is beslissend het moment van het sluiten van de arbeidsovereenkomst en niet, zoals het Gerechtshof vond, het moment van tewerkstelling. Betrokkene had de arbeidsovereenkomst getekend op 22 december 2011, de 150km-grens is pas ingevoerd per 1 januari 2012.
Bron: Advocaat-Generaal Niessen, 5 september 2018, ECLI:NL:PHR:2018:1021
Staatssecretaris Snel zet de wijziging in de loonbelasting, die ingaat op 1 januari 2019 op een rij voor de Eerste Kamer. Vanaf 1 januari 2019 krijgen niet-inwoners van Nederland geen belastingdelen van de heffingskortingen meer in de loonbelasting. Inwoners van de EU/EER en Zwitserland krijgen wel nog het belastingdeel van de arbeidskorting. Onder voorwaarden kan dit financiële nadeel gecompenseerd worden in de inkomstenbelasting.
Bron: Ministerie van Financiën, 18 september 2018
Grensoverschrijdend werken komt in het Belastingplan 2019 veelvuldig in beeld. Met name in de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 zijn een aantal wijzigingen terug te vinden, die ingaan per 1 januari 2019. De wijzigingen die te maken hebben met grensoverschrijdend werken zijn:
1. De looptijd van de 30%-regeling wordt beperkt tot 5 jaar, met een beperkt overgangsrecht;
2. Beperking brongebonden heffingskortingen voor inwoners derde-landen;
3. Hoogte van de heffingskortingen is afhankelijk van het wereldinkomen;
4. Systematiek conserverende aanslagen lijfrenten en pensioenen worden aangepast aan rechtspraak van de Hoge Raad;
5. Kwijtschelding/uitstel van betaling bij conserverende aanslagen aanmerkelijk belang.
In het besloten deel worden deze vijf wijzigingen kort toegelicht. Verder vindt u daar per genoemd onderwerp de tekst van de voorstellen, met de bijbehorende toelichtingen.
Staatssecretaris Snel legt aan de Eerste Kamer uit hoe de afschaffing van de heffingskortingen voor niet in Nederland wonende werknemers in de loonbelasting per 1 januari 2019 in de praktijk gaat werken. In een brief aan de Tweede Kamer wordt een update gegeven op de Amerikaanse Fatca-regeling voor ‘accidental Americans’.
Bron: Brieven Ministerie van Financiën, 18 september 2018
Een Engelse limited is beherend vennoot van een Nederlandse CV. De Limited is feitelijk in Nederland gevestigd, omdat de feitelijke leiding in Nederland is. De gebruikelijkloonregeling is bij de director van de limited van toepassing. De Limited is inhoudingsplichtig in Nederland.
Bron: Hoge Raad, 14 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1620
De op grond van Nederlands recht opgerichte BV X wordt niet ‘geleid en bestuurd’ vanuit Singapore. Daarmee is X voor de verdragstoepassing inwoner van Nederland. De inspecteur hoeft niet aannemelijk te maken dat de vennootschap wel in Nederland wordt ‘geleid en bestuurd’. Ook ligt de feitelijke leiding van X niet op Sint Maarten waar de enig aandeelhouder woont.
Bron: Rechtbank Den Haag, 9 augustus 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:10118
De Belgische autoriteiten volgen niet het arrest van het Hof van Cassatie over de toepassing van de voorkomingsbepaling in het verdrag met Nederland. Ze blijven vasthouden aan de voorwaarde dat alleen een vrijstelling wordt verleend als in Nederland de inkomsten zijn belast. Dit standpunt is bijv. van belang voor inwoners van België met een Nederlands pensioen in eigen beheer of in Nederland sporten of als artiest optreden.
Bron: FOD Financiën, Circulaire 2018/C/94, 20 juli 2018
Er wordt geen cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch betreffende een Nederlandse pensioenuitkering ontvangen door een inwoner van Portugal. De staatssecretaris ziet geen kans, omdat het onmogelijk is dat de Hoge Raad de uitspraak casseert wegen schending van het recht van vreemde staten. Dat is een feitelijke uitleg van het Hof, waar geen cassatie tegen mogelijk is.
Bron: Staatssecretaris van Financiën, 24 augustus 2018
De bepaling voor overheidspensioenen (art. 19, par. 2) ziet alleen op pensioenen opgebouwd in een publiekrechtelijke dienstbetrekking. Niet relevant is wie het pensioen uitbetaalt. Het zesde lid van art. 18 ziet op dezelfde dienstbetrekking waarin men werkte op het moment van arbeidsongeschikt worden. Als het zesde lid niet van toepassing is, is de hoofdregel van lid 1 van toepassing.
Bron: Hof van Cassatie, 19 april 2017, F.16.0062.N.