De inwerkingtreding van het verdrag met Duitsland per 1 januari 2016 kan voor inwoners van Nederland met Duitse oudedagsvoorzieningen kleiner dan 15.000 euro, afhankelijk van de individuele omstandigheden, negatieve inkomensgevolgen hebben. De staatssecretaris ziet geen reden voor een nieuwe overgangsregeling.
Bron: Ministerie van Financiën, 26 februari 2018, kenmerk: 2018-0000022187
Voor de beoordeling of iemand in een niet-verdragsland onderworpen is aan de belastingheffing, moet voor de driemaandsperiode rekening worden gehouden met aaneengesloten werken in een of meerdere niet-verdragslanden. Een gebruikelijke onderbreking voor verlof, cursus of ziekte telt mee voor de bepaling van de aaneengesloten periode.
Bron: Hoge Raad, 23 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:254
Nederland ziet af van de heffing van pensioenen van inwoners van België als de Belgische administratie kan aantonen dat de pensioenen in België worden belast. Afspraken tussen België en Nederland leiden er toe dat zowel situaties van dubbele heffing als situaties van non-heffing worden voorkomen. De belastingadministraties zullen een en ander rechtzetten.
Bron: Vanovertveldt.belgium.be, 23 februari 2018
Emigranten konden vrijkomend lijfrente- of pensioenkapitaal niet omzetten in een ingaande lijfrente of pensioen. Dat kon leiden tot invordering van de conserverende aanslag, die is opgelegd bij emigratie. Het is nu mogelijk om wel een lijfrente of pensioen te kopen bij de verzekeraar waar het oorspronkelijke contract loopt.
Bron: Verbond van Verzekeraars, 23 februari 2018
Een inlener van Poolse uitzendkrachten is aansprakelijk voor de aan het uitzendbureau opgelegde naheffingsaanslagen. De inlener lukt het niet de hoogte van de naheffingsaanslagen te weerleggen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 11 januari 2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:489
Het moment van zetelverplaatsing van een vennootschap is het moment waarop de voorbereidingshandelingen zijn afgerond en de feitelijke leiding niet meer in Nederland is. Het besluit gaat ook in op de aangifteplicht na de zetelverplaatsing, rechtsvormwijziging, aansprakelijkheid, trustmaatschappij als bestuurder en de eindafrekening.
Bron: besluit 5 februari 2018, stcrt. 2018, nr. 8600
FNV is van mening dat het lage-inkomensvoordeel (LIV) omzeild wordt door de samenloop met de uitruil van onbelaste extra-territoriale kostenvergoedingen. Koolmees ziet hierin onvoldoende aanleiding om de voorwaarden voor het LIV aan te scherpen.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 13 februari 2018, kenmerk: 2018-0000019000
Inwoners van Nederland met een uitkering van de Duitse Rentenversicherung kunnen een Duitse tegemoetkoming (Zulage) krijgen voor de in Nederland betaalde premie WLZ en bijdrage ZVW. Deze Zulage behoort tot het Nederlandse belastbare inkomen in box 1, maar wordt niet als inkomsten uit arbeid gekort op een WAO-uitkering.
Bron: Ministerie van Financiën, 15 februari 2018, kenmerk 2018-0000016354
Voor de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar moet sprake zijn van ‘in het buitenland opgekomen’ inkomsten. Daar moeten ook onder worden begrepen inkomsten die in Nederland zijn gegenereerd en rechtstreeks door de Nederlandse afnemer naar een buitenlandse bankrekening worden overgemaakt, waardoor deze inkomsten aan het zicht van de Nederlandse fiscus zijn onttrokken.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 3 november 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:7178
Een Nederlander zit voor drie jaar gevangen in Duitsland. Omdat belanghebbende geen woning ter beschikking heeft in Nederland en zijn gewoonlijk (fysiek) verblijf door de detentie in Duitsland is, is hij voor de toepassing van het belastingverdrag inwoner van Duitsland. De woonplaats voor de sociale zekerheid sluit niet aan bij de verdragsrechtelijke woonplaats.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 16 januari 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:291