A woont met haar man in Spanje als pensionado’s. Beiden zijn kwalificerende buitenlands belastingplichtigen. Na een systematische berekening van de bijzondere verhoging van de algemene heffingskorting (art. 8.9a Wet IB), wordt de uit te betalen heffingskorting 1225 euro.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 9 januari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:88
A woont in België en geniet Nederlandse pensioenen. België belast de pensioenen voor minder dan 90%. Het belastingverdrag wijst de heffing dan aan Nederland toe. De vrijstelling loonbelasting wekt geen vertrouwen op.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7874
Auteur: Mr. Heike Xhonneux, jurist en adviseur grensarbeid. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Zoals algemeen bekend is, lopen de pensioenleeftijden binnen Europa op dit moment redelijk uiteen. In Duitsland bereikt men op dit moment eerder de pensioengerechtigde leeftijd dan in Nederland. Ook is het zo dat men in diverse landen binnen Europa de wettelijke ouderdomspensioenen eerder of later kan laten ingaan. Zo kan men ook in Duitsland de “Altersrente” onder bepaalde voorwaarden reeds voor het bereiken van de (Duitse) pensioenleeftijd laten ingaan. Vaak kan dit zonder grote problemen. Het is echter in alle gevallen raadzaam om eens goed te kijken wat de gevolgen in een individueel geval zijn als iemand grensarbeider is (geweest) en daardoor met een andere dan alleen de Duitse wetgeving te maken heeft (gehad). Van belang is bijvoorbeeld om te kijken of iemand die in Nederland woont over dit Duitse ouderdomspensioen premies volksverzekeringen moet betalen, of dat deze persoon – indien aan de voorwaarden is voldaan- beter een vrijstelling kan aanvragen. Een andere situatie waarbij goed moet worden opgelet betreft de situatie als iemand de Nederlandse pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en recht heeft op een WIA uitkering. Daarbij is het niet relevant of deze persoon in Nederland woont of in Duitsland. In een dergelijke situatie heeft de CRvB begin 2022(1) een uitspraak gedaan. Buitenlandse (wettelijke) ouderdomspensioenen moeten op een toegekende WIA uitkering worden aangerekend. Dat wordt door de uitkerende instantie (UWV) ook zo toegepast. Kennelijk is dit echter vaak niet bekend en daardoor worden mensen bij een keuze voor het eerder laten ingaan van een ouderdomspensioen mogelijk op het verkeerde been gezet. Daarom wordt hier nogmaals aandacht besteed aan de uitspraak van de CRvB en wordt het onderwerp nog eens onder de aandacht gebracht.
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Op 1 januari 2023 is het wijzigingsprotocol van het belastingverdrag Nederland-Duitsland in werking getreden.(1) Het protocol behelst een drietal wijzigingen.(2) Een van de wijzigingen, artikel IV van het wijzigingsprotocol, ziet op de pensioenbepaling (artikel 17). Meer concreet heeft deze herziening betrekking op het heffingsrecht ter zake van bepaalde socialezekerheidsuitkeringen. Ten aanzien van deze uitkeringen komt het heffingsrecht nu toe aan het bronland. Aan de hand van een vergelijking tussen de situatie van vóór en na 1 januari 2023 zal deze specifieke wijziging in voorliggende bijdrage vanuit Nederlands oogpunt worden beschreven. Daarbij is vanzelfsprekend allereerst oog voor de achtergrond van deze herziening en de uitwerking in de praktijk, onder meer de vraag wat wordt verstaan onder ‘bepaalde’ socialezekerheidsuitkeringen?
Auteur: mr. S.H.W.A. (Stefan) Bemelmans, werkzaam als adviseur grensarbeid. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
De pensioenstelsels van België en Nederland staan sinds geruime tijd volop in de belangstelling van de media en de samenleving. Op 22 december 2022 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (Wtp) na een uitvoerige parlementaire behandeling aangenomen.(1) De Wtp omvat een groot deel van de afspraken die zijn opgenomen in het pensioenakkoord van 5 juni 2019 en nader zijn uitgewerkt in de hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord die op 22 juni 2020 naar de Tweede Kamer werd gestuurd.(2) De Wtp heeft uitsluitend betrekking tot de collectief aanvullende pensioenen (ofwel de tweede pensioenpijler).
Voor een overdracht van pensioenkapitaal aan de Europese Centrale Bank (ECB) is een overeenkomst tussen de ECB en de lidstaat vereist. De lidstaat moet wel loyaal samenwerken bij de onderhandeling om tot een overeenkomst te komen.
Bron: Hof van Justitie EU, 22 december 2022, ECLI:EU:C:2022:1023
P woont in Zuid-Korea en koopt zijn in eigen beheer opgebouwde pensioen af. Omdat de afkoopsom niet rechtstreeks ten laste van de winst van de pensioen-BV is gekomen, maar ten laste van de pensioenreserve, heeft Nederland geen heffingsrecht.
Bron: Rechtbank Den Haag, 21 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12396
A woont in België en koopt een Nederlands pensioen in eigen beheer af. De afkoopsom is in Nederland belast, maar door de heffingskorting deels niet feitelijk belast. Het pensioen is dan wel daadwerkelijk belast. België moet de afkoopsom volledig vrijstellen.
Bron: Rechtbank Hasselt, 18 november 2021
In België is een circulaire gepubliceerd over de wijze waarop België buitenlandse pensioenen belast. De circulaire gaat uitgebreid in op de wijze waarop België Nederlandse pensioenen belast, sinds 1 januari 2021.
Bron: FOD Financiën, 23 september 2022
Y woont in Frankrijk en ontvangt een nabestaandenpensioen van het ABP. Omdat de overleden partner van Y als laatste werkte in een privaatrechtelijke dienstbetrekking, is het pensioen in woonland Frankrijk belast.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 oktober 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:6309