Auteur: Ger Essers, secretaris van de Stichting Geen Grens
Sedert Vlaanderen eigen bevoegdheden heeft op het terrein van de sociale bescherming, doen zich (taal)grensproblemen voor. De invoering van de Vlaamse zorgverzekering, de Vlaamse jobkorting en de Vlaamse opleidingscheques leidde tot EU-rechtelijke perikelen(1). Daarentegen verliep de opsplitsing van het Belgische kinderbijslagstelsel in vier verschillende gezinsbijslagregelgevingen bijna pijnloos. In dit artikel worden de grensregionale problemen beschreven, die zich voordoen als gevolg van de recente invoering van de Vlaamse jobbonus.
De SVB mag een A1-verklaring met terugwerkende kracht afgeven. De later door Liechtenstein afgegeven S1-verklaring over dezelfde periode heeft geen rechtskracht. Belanghebbende kan de Liechtensteinse premies niet in Nederland verrekenen..
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4227
De SVB heeft de vragen en antwoorden gebundeld, die gesteld zijn tijdens een webinar over de sociale zekerheidsregels voor telewerken. Deze nieuwe regels voor telewerken treden op 1 juli 2023 in werking.
Bron: SVB, 12 juni 2023
Nederland, België, Luxemburg ,Duitsland en nog 6 landen hebben de kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdend telewerken ondertekend. Het Verenigd Koninkrijk ondertekent de overeenkomst niet.
Bron: Federale Overheidsdeinst Sociale Zekerheid, 6 juni 2023
In een brief wordt uitgebreid beschreven op welke wijze sociale verzekeringspremies worden geheven bij werknemers werkzaam in de binnenvaart. Vaststelling van de premieplicht, dubbele afdracht etc. komt aan de orde.
Bron: Ministerie van SZW, 25 mei 2023
A woont in België en was als gezinslid medeverzekerd bij haar echtgenoot. Als A zelf AOW ontvangt, krijgt A een zelfstandig recht op zorg in België ten laste van Nederland. A is dan zelf de verdragsbijdrage verschuldigd.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 4 mei 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:857
B, inwoner van Nederland, werkt voor een Zwitserse werkgever buiten Nederland. B wordt volledig werkloos. B heeft dan recht op een Nederlandse WW-uitkering (woonlidstaat), alsof hij tijdens het werken in Nederland onderworpen was geweest.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 11 mei 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:891
Auteur: Dr. Eva C. van Ooij, werkzaam als juridisch beleidsmedewerker bij de Sociale Verzekeringsbank. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.
In de EU wonen ongeveer 9,9 miljoen EU-burgers die we tot de beroepsbevolking kunnen rekenen en in een andere lidstaat werken dan die waarvan zij de nationaliteit bezitten. Dit is de afgelopen jaren gestaag toegenomen.(1)
Ook is er meer variatie in het werken zelf. In plaats van aan één werkgever gebonden te zijn en een "levenslange" arbeidsrelatie aan te gaan, bewegen steeds meer mensen van baan naar baan, in en uit verschillende soorten arbeidsrelaties, in en uit de arbeidsmarkt of combineren zij verschillende arbeidsrelaties tegelijkertijd. Het veranderen van werkgewoontes wordt ook door een toenemende digitalisering gestimuleerd. Zo is het werken vanuit een andere plek dan het kantoor van de werkgever – zoals het telewerken(2) - ondertussen een sociaal geaccepteerde werkvorm geworden door de wereldwijde COVID-19 pandemie. Hoewel de standaard werknemer (de voltijdse werknemer met een contract van onbepaalde tijd) nog steeds de meest voorkomende werkvorm in de EU is, heeft meer flexibiliteit op de (Europese) arbeidsmarkt geleid tot een groeiende verscheidenheid aan werkvormen. Zo een flexibelere arbeidsmarkt geldt zeker ook voor Nederland.(3)
Deze bijdrage is een deelsynthese van het proefschrift getiteld Highly mobile workers and the coordination of social security in the EU: Opening and closing Pandora's box (Eleven, 2022) en verdedigd aan de Universiteit van Maastricht in september 2022. Een diepgaandere analyse is gepresenteerd op 25 mei 2023 tijdens de Annual Conference on European Social Security Law 2023 te Trier, zie https://www.era.int/upload/dokumente/25180.pdf
Auteur: Nick Tax, voorlichter bij Bureau Belgische Zaken (bbz@svb.nl, www.svb.nl/nl/bbz-bdz)
Veel Nederlandse studenten besluiten na hun middelbare schoolopleiding te gaan studeren in België. Sommige studenten blijven thuis wonen en reizen heen en weer naar de universiteit van hun keuze, andere studenten gaan “op kot”: een kamer in een studentenhuis in of bij de stad waar de uni is gevestigd. Hoe dan ook: aan het studentenleven hangt een prijskaartje, en de Nederlandse student vraagt zich af hoe de andere studenten dat voor elkaar krijgen. Al snel valt de term jobstudent. In België kent men namelijk dit fenomeen jobstudent. Een jobstudent is tewerkgesteld via een “overeenkomst voor tewerkstelling van studenten”. Deze overeenkomst, af te sluiten voor maximaal één jaar, is in feite een gewone arbeidsovereenkomst, maar wel met bijzondere voorwaarden. De termijn van de arbeidsovereenkomst is heel wisselend, het kan ook om een contract van één dag of enkele dagen gaan. Wat zijn de voordelen, voorwaarden en gevolgen van het werken als jobstudent?
Auteur: Ger Essers, Secretaris van de Stichting Geen Grens
In dit artikel wordt een aantal regelingen uit het Vlaamse stelsel van gezinsbijslagen, zoals vastgelegd o.a. in het ’Decreet tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid uit 2018’ onderworpen aan een grenseffectrapportage. Het betreft elf regelingen, waarvan men zich moet afvragen of deze allemaal Europeesrechtelijke exporteerbare gezinsbijslagen en/of sociale voordelen zijn.