Kort en bondig komt Hof ‘s-Hertogenbosch tot het oordeel, onder verwijzing naar de uitspraak in eerste aanleg dat geen sprake is van werkzaamheden in internationaal verkeer en bijgevolg het heffingsrecht over de werkzaamheden van A, inwoner van Nederland, via art. 15, lid 1 en niet via art. 15, lid 3 belastingverdrag Nederland-Zwitserland moet worden vastgesteld.
Bron: Hof ’s-Hertogenbosch 27 november 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3754
Lees meer…